De moeder de vrouw de minister-president

Er heersen nog grote vooroordelen over vrouwen in de politiek. Zo is er een breed gedragen geloof dat mannen betere politiek leiders zijn.

Wordt het Yeşilgöz, toch Van der Plas, of nog een andere kandidaat? De eerste vrouwelijke minister-president van Nederland lijkt dichterbij dan ooit. Maar welke vooroordelen hebben we in Nederland eigenlijk nog over vrouwelijke politieke leiders?

Hoewel natuurlijk een waanzinnig gaaf land is de emancipatie in Nederland nog niet voltooid. Het blijkt ons niet gegeven onszelf steeds te verbeteren als het gaat om de deelname van vrouwen aan de politiek. Zo liet onderzoek van Binnenlands Bestuur zien dat na de coalitievorming in de provincies het aantal vrouwen lager uitpakt dan in de twaalf jaren daarvoor. Vooruitgang, zo blijkt eens meer, is niet vanzelfsprekend. Dat we ‘er al zijn’ als Nederland wat betreft gelijkheid is een mythe. Ook de Verenigde Naties sloegen deze maand alarm. In hun 2023 Gender Social Norms Index rapport onderzochten ze normen over de onderwaardering van de mogelijkheden en rechten van vrouwen in de samenleving. Spoiler alert: het gaat niet goed.

De onderzoekers bekeken het vanuit allerlei hoeken, zoals de politiek en onderwijs. Denk aan onderwerpen zoals of mannen betere zakenmensen zijn dan vrouwen, dat studeren belangrijker is voor mannen dan voor vrouwen, of de mening van respondenten over partnergeweld. Als we inzoomen op de categorie politiek zien we dat over het geheel genomen er wereldwijd nog steeds grote vooroordelen zijn over vrouwen in de politiek. Zo is er een breed gedragen geloof dat mannen betere politiek leiders zijn.

Twee opvallende zaken uit het rapport voor de specifiek Nederlandse situatie. Het rapport behandelt 80 landen waarvan Nederland er slechts één is. Het is verleidelijk om te denken dat Nederland er positief uit zou springen. Ook in Nederland is er nog een flink gedeelte van de bevolking dat ten minste één vooroordeel heeft wat betreft genderrollen. Over het algemeen zijn dat meer mannen dan vrouwen. Maar, zorgelijk: juist in de categorie ‘politiek’ waar de onderzoekers onder andere vroegen of mannen betere politiek leiders zijn, zien we dan weer relatief weinig verschil tussen de opvattingen van mannen en vrouwen ten opzichte van de andere categorieën zoals economie of onderwijs. Of te wel: vooroordelen over gender in de politiek zijn zeker niet alleen voor mannen.

Wat zegt dat over de opnieuw opgelaaide discussie over een vrouwelijke minister-president? Enerzijds het gave land waar formeel vrouwen weinig in de weg ligt om, zeg, premier, minister, partijleider te worden. Anderzijds de gendernormen die ook in Nederland vrouwen op 1-0 achter zet. Toch lijkt de vrouwelijke minister-president vandaag dichterbij dan ooit. Yeşilgöz, toch Van der Plas, of nog iemand anders? Het is een cirkel, suggereren de onderzoekers: natuurlijk zou het de huidige situatie helpen als meer vrouwen politiek leiders werden. Goed voorbeeld doet goed volgen, en zou kunnen leiden tot grotere acceptatie.

Nu kijk ik zelf al jaren uit naar een vrouwelijk minister-president. Maar daarmee werken we dus ook nog eens aan grotere acceptatie van vrouwen als leiders. Tijd om de daad bij het woord te voegen. Bent u er klaar voor?